Reserveonderdelen gemaakt door een 3D-printer
Al meer dan 200 onderdelen beschikbaar voor klanten.
Snel hoogwaardige reserveonderdelen aan klanten leveren - dat is wat OMNIplus haar klanten belooft. Reserveonderdelen die met behulp van een 3D-printer gemaakt worden, zijn nog sneller leverbaar en goedkoper.
Sinds 2016 vertrouwt Daimler Buses op de mogelijkheden die de digitale productietechnologie van 3D-printers te bieden heeft. Daarbij profiteren busklanten van meer dan 25 jaar ervaring op het gebied van vrachtwagen- en prototypeconstructie en aan de kwaliteitsnormen van serieproductie. Op dit moment onderzoeken experts meer dan 30.000 bus reserveonderdelen op hun geschiktheid als 3D-printonderdelen. Momenteel zijn er meer dan 200 onderdelen vrijgegeven voor 3D-printen en in de productie geïntegreerd.
Just-in-time productie
Dankzij het 3D-printproces kan OMNIplus snel, flexibel, goedkoop en milieuvriendelijk reageren op de individuele vraag naar reserveonderdelen. En altijd in topkwaliteit en tegen lage productiekosten. Alle 3D-onderdelen voldoen aan de productienormen voor spuitgieten die door Daimler AG gespecificeerd zijn. In plaats van enkele maanden te moeten wachten, duurt de productie van een 3D-printonderdeel nu nog maar een paar dagen.
Toekomstplannen: geprinte reserveonderdelen rechtstreeks afkomstig van BusWorldHome
Als volgende stap bouwt OMNIplus haar bedrijfsmodel consequent uit en heeft zichzelf als doel gesteld om veel BusWorldHomes en servicepunten in de toekomst als printcentra uit te rusten. Vervolgens zullen reserveonderdelen in eigen beheer en ter plekke voor de klant geproduceerd worden.
Ralf Anderhofstadt, Head of Competence 3D Printing bij Daimler Buses, legt de concrete voordelen uit:
3D-onderdelenproductie is met name interessant voor klanten die speciale technische uitrusting of zelden gevraagde reserveonderdelen nodig hebben, die niet altijd onmiddellijk beschikbaar zijn. Ons doel op lange termijn is om veelgevraagde 3D-printonderdelen aan te bieden via het online platform OMNIplus ON.
